-
1 bull
n. stier; mannelijke olifant; politieagent; order van de paus; (in het leger) lawaai v.e. kanon--------v. verhoging van prijzen veroorzakenbull1[ boel]2 krachtpatser ⇒ beer, stier♦voorbeelden:take the bull by the horns • de koe bij de hoorns vatten3 bull market • oplopende/rijzende/willige markt→ Irish Irish/♦voorbeelden:¶ bull! • gelul!————————bull21 lullen ⇒ ouwehoeren, zeikenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (de prijs) opdrijven (van) ⇒ doen oplopen/rijzen2 zich (een weg ergens doorheen) vechten/dringen/werken♦voorbeelden: -
2 papal bull
-
3 papal
adj. pauselijk[ peepl]♦voorbeelden: -
4 bulle
bulle [buul]I 〈m.〉♦voorbeelden:¶ (papier) bulle •〈 goedkoop, geel papier〉II 〈v.〉1 bel(letje) ⇒ lucht-, gas-, zeepbel♦voorbeelden:faire des bulles • bruisen, borrelen1. mgrof, goedkoop en geel papier2. f1) luchtbel, gasbel2) tekstballon, wolkje3) blaas
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский